Mijn kind is doof

Moet je als ouder perfect gebarentaal kunnen?

… dat je niet perfect gebarentalig moet zijn om mij als dove baby toch de kans te geven gebarentaal te ontwikkelen?

 

Voor jullie, mama en papa, lijkt gebarentaal misschien een moeilijke taal. Je baseert je op je kennis van het Nederlands of andere gesproken talen en als je meer auditief bent aangelegd is het leren van een visuele taal misschien heel vreemd.

 

Maar voor mij is dat niet zo. Ik ben visueel ingesteld en geniet ervan als jij iets op een visuele manier aan mij probeert uit te leggen. Dat je hierbij misschien niet het correcte gebaar gebruikt is voor mij niet zo belangrijk en zal mijn taalontwikkeling ook niet in de weg staan, integendeel. Ik ben geboren met het vermogen om taal te leren, dat is mijn motor. Jullie geven mij de brandstof. Als jullie brandstof mijn motor bereikt, dan begin ik taal te leren. En hoe beter die brandstof afgestemd is op mijn motor, hoe comfortabeler mijn taalauto rijdt. Ik heb een visuele motor. Als jouw brandstof al bestaat uit een basis aan gebaren die bij mijn leefwereld passen en als jij je best doet om een boodschap zo visueel mogelijk over te brengen, geef je mij de kans om creatief te zijn met gebarentaal. Zo ontwikkel ik taal.

 

Ik heb daarom veel liever dat je zelf een gebaar ‘uitvindt’ waarmee jij en ik weten wat we bedoelen, dan dat je iets niet vertelt omdat je schrik hebt dat je het juiste gebaar niet kent. Belangrijk is dat wij samen een taal delen; een taal die ik voor 100% kan volgen. Als je me regelmatig ook in contact brengt met andere dove kinderen en volwassenen, leer ik het juiste gebaar wel van hen. Probeer dus samen met mij alvast ‘onze’ gebarentaal voor thuis te ontwikkelen. We kunnen dan, door contacten met dove volwassen gebarentaligen,
onze Vlaamse Gebarentaal verder verfijnen. Met die basis geef je me alle kansen om later een vlotte (gebaren)taalgebruiker te worden.

 

 

Klik hier om de fiche van deze tekst in .pdf te downloaden